top of page

Criterium 5

'De student kan het eigen professioneel handelen legitimeren en zich profileren als Social Worker.' 

 

​

Momenten waarin in professioneel heb gehandeld.

Het verhaal over deelnemer R waar ik in criterium 2 over heb verteld is een voorbeeld van een situatie waarin ik professioneel heb gehandeld. Ondanks dat deelnemer R zeer respectloos deed, ben ik rustig gebleven en heb ik hem verteld dat ik het niet zo netjes van hem vond. Zoals al gezegd, had ik dit in het dagelijks leven niet van mensen gepikt. Er is hier dus een scheiding te zien in mijn professionele identiteit en mijn eigen identiteit. Ik was achteraf best trots op hoe ik heb gehandeld, en al helemaal omdat dit uit impuls was. Dit laat zien dat ik het professioneel handelen richting cliënten eigen heb gemaakt.

            Een ander gebied waarin ik sterk de ontwikkeling van mijn professionele handelen zie, is in de aanpassing van mijn leidend gedrag. Ik ben altijd al erg dominant geweest en vorig jaar uitte zich dat vooral in groepsverband. Dit uitte zich vooral in concurrerend gedrag. Ik nam vaak de leiding en ik vond mijn eigen mening superieur. Ik heb in het eerste leerjaar wel leren loslaten altijd mijn eigen plan of werkwijze te willen doorzetten, maar qua een stapje achteruit doen in de leiding nemen was het niet echt veranderd. Dit jaar heb ik hier bewuster bij stilgestaan. Ik heb me vaker wat terughoudender opgesteld in de groepjes waarmee ik heb samen gewerkt. Wat mij opviel is dat ik hierdoor veel analytischer ging kijken naar opdrachten. Wanneer ik iemands plan betwijfelde, heb ik eerst rustig in mezelf nagedacht over wat er allemaal goed was aan het plan en wat er niet klopte aan het plan. Pas daarna gaf ik mijn mening. Dit deed ik dan niet op een hele dominante manier, maar gewoon op een manier waarin ik ruimte gaf aan de ander om er over na te denken. Niet alleen op school heb ik mijn handelen aangepast, maar ook in het dagelijks leven en op stage heb ik deze manier van handelen toegepast. Ik merk dat ik hierdoor steeds vaker dieper nadenk over dingen, waardoor ik doordachter handel.

            Ook heb ik het toepassen van bepaalde methoden wat meer eigen gemaakt. Ik heb me tijdens deze stage voornamelijk het krachtgericht werken. Nevid (2012) stelt dat psychologie te veel de nadruk legt op probleemgedrag. We zouden ons meer moeten richten op de positieve gedragingen van de mens (Nevid, 2012). Deze positieve vorm van hulpverlening benadrukt de krachten van de cliënt. Ik vind dit een mooie manier van cliëntbenadering, omdat ik vind dat continu het probleem van de cliënt benadrukken een negatieve uitwerking heeft op de zwakkere cliënten.

 

 

Momenten waarin in niet professioneel heb gehandeld.

Een moment waarin in niet echt professioneel heb gehandeld was aan het einde van mijn stage. De laatste dag werd er nog van mij gevraagd of ik een rapportage wilde maken van een deelnemer. Hier had ik helemaal geen zin in op mijn laatste dag. Ik heb toen gezegd dat ik het nog heel druk had die dag, maar in werkelijkheid had ik het niet druk. Uiteindelijk heb ik de rapportage alsnog gemaakt, maar dat ging niet van harte. Als ik kijk naar hoe ik heb gehandeld op dit moment, dan besef ik me dat het totaal niet professioneel is dat ik gelogen heb. Wanneer ik ga nadenken waarom ik dit deed, dan besef ik me dat ik moeilijk/geen nee kan zeggen. Ik weet wel bijna zeker dat ze het gerespecteerd hadden als ik gezegd had dat ik daar niet op zat te wachten op mijn laatste dag. Waarschijnlijk was ik ook eerlijker geweest als ze mij dit niet via telefoon vroegen. Doordat het een telefoongesprek was, moet ik wel meteen hun vraag beantwoorden. Als het bijvoorbeeld een Whatsappje was geweest (een Whatsapp sturen was heel normaal op deze stage), dan had ik langer de tijd kunnen nemen om zo subtiel mogelijk te formuleren dat ik hier niet echt behoefte aan had. Om dit soort situaties in vervolg te voorkomen moet ik leren nee te zeggen. Ik zie nee zeggen vooral als iets negatiefs, terwijl het niet perse iets negatiefs is.

            In criterium 4 heb ik mijn handelen in samenwerkingsverbanden geanalyseerd. Hierin heb ik het gehad over mijn samenwerking met Debbie. Ik heb hier kort even laten vallen dat de manier hoe zei tegen sommige deelnemers deed soms stootte met mijn normen en waarden. Debbie kon bijvoorbeeld totaal onredelijk zijn tegen deelnemers. Dit resulteerde in een onzekerder gevoel bij sommige deelnemers.

​

 

 

© 2016 by E, Social Work student at Saxion Enschede
 

bottom of page