top of page

Leerdoelen vorige portfolio

Het eerste leerdoel die ik in mijn vorige portfolio had opgesteld was: ‘In periode 3 en 4 wil ik leren om uit een tekst het belangrijkste te selecteren en samen te vatten, dit ga ik doen door elke week tenminste 1 tekst samen te vatten en te laten controleren.’

Ik besef me dat dit leerdoel niet echt specifiek gericht is op de functies van een Social Worker. Je moet natuurlijk wel kunnen samenvatten en de belangrijkste informatie uit een rapporten kunnen filteren, maar dit leerdoel was meer gericht op het studeren voor de toetsen.

Ook moet ik toegeven dat ik dit niet lang heb volgehouden. Elke week een tekst samenvatten van een heel hoofdstuk is voor mij gewoon onrealistisch. Op het moment dat ik het leerdoel maakte dacht ik dat het wel een realistisch doel was. Tijdens coaching ben ik er achter gekomen dat ik mezelf niet al te veel moet pushen in het veranderen van mijn eigen planningen. Dit doe ik met dit leerdoel wel omdat ik mezelf dwing om elke keer vanaf het begin van de periode al te beginnen met samenvatten van leerstof. Wel moet ik zeggen dat ik steeds beter hoofd- en bijzaak kan scheiden van elkaar en dat ik dus niet meer letterlijk elke zin uit een boek leer.

 

Mijn tweede leerdoel die ik in portfolio 1 had opgesteld was: ‘Als ik heb samengewerkt aan een opdracht met welk groepje dan ook, vraag ik of ze mij kritische feedback willen geven. Zo kan ik leren omgaan met de kritischere feedback, waardoor ik aan het einde van het jaar goed feedback kan ontvangen.’

              Ik kreeg als feedback dat dit leerdoel niet goed was opgesteld. Het hoort namelijk te zijn: ‘Ik wil dit schooljaar leren om me niet aangevallen te voelen bij feedback.’

              Wat betreft het leerdoel zelf heb ik wel een duidelijke ontwikkeling gemaakt. Ik ben gaan beseffen dat feedback je juist verder helpt te ontwikkelen. Wanneer ik me aangevallen voel, sta ik er dus eigenlijk ook niet voor open en is het moeilijker om er ook echt wat mee te doen. Na het maken van portfolio 1 merkte ik meteen al dat ik beter tegen kritiek kon. Ik denk dat dit komt doordat ik in portfolio erg kritisch naar mezelf heb gekeken en vooral veel valkuilen heb belicht. Door zelf goed te hebben na kunnen denken over mijn handelen, begrijp ik meer van de feedback van andere personen. Dus ondanks dat ik commentaar kreeg op de hoeveelheid valkuilen die ik heb omschreven in portfolio 1, heeft dit me wel goed gedaan.

 

Mijn derde leerdoel die ik in portfolio 1 had opgesteld was: ‘In periode 3 en 4 wil ik me meer gaan openstellen voor hulp en ideeën (de meningen dus) van anderen. Dit wil ik realiseren door mijn mening niet op de voorgrond te laten treden wanneer ik samenwerk in een groepje.’

Ik heb in dit portfolio al meerdere dingen verteld over hoe ik ben verandert qua openstaan voor inbreng van anderen. Ik kan hier eigenlijk niet veel meer over vertellen omdat ik dan weer het zelfde verhaal, alleen dan in andere woorden vertel.

                                                                                    Ga naar reactie op de   

                                                                                                                           feedback van Linde

​

​

Nieuwe leerdoelen

Aan de hand van alle reflecties op mijn professionele houding tegenover cliënten(systemen), professionele handelen, ontwikkelingen in samenwerkingsverbanden en competentieontwikkelingen, stel ik de volgende leerdoelen op die ik meeneem naar volgend jaar:

 

Leerdoel 1: Halverwege het komende schooljaar 2016-2017, kan ik mijn mening voorzichtiger brengen en ben ik ook meer bewust van hoe ik mijn mening overbreng.

S= Het leerdoel omschrijft een concrete gedraging en is daarom specifiek.

M= Het doel is behaald wanneer ik halverwege het volgend schooljaar niet meer zomaar mijn mening er uit flap en wanneer mijn mening ook minder zakelijk overkomt in een informele situatie.

A= Het doel is acceptabel omdat het niet alleen voor mij nuttig is, maar ook voor anderen en cliënten waar ik later mee moet samenwerken.

R= Het doel is realistisch omdat het een haalbaar doel is, het vraagt geen onmogelijke dingen van mij.

T= Het doel is binnen een bepaalde tijd te bereiken en voorzien van een deadline: halverwege volgend school (2016-2017).

​

Hoe ga ik aan dit doel werken?

Ik ga aan dit doel werken door beter na te denken voordat ik mijn mening uit. Hierdoor hoop ik dat mijn mening minder zakelijk over komt en ook wat mindern negatief over komt. Ik denk dat ik met goed nadenken voor dat ik iets zeg al heel ver kom.

​

​

Leerdoel 2: Halverwege het komende schooljaar 2016-2017, ga ik professioneel om met gemaakte afspraken. Dit houdt in dat ik me aan deadlines hou, afspraken niet vergeet door ze te noteren en dat ik sowieso gemaakte afspraken nakom.

S= Het leerdoel omschrijft concrete gedragingen en is daarom specifiek.

M= Het doel is behaald wanneer ik halverwege het komende schooljaar me aan alle gemaakte afspraken heb gehouden en me hier ook aan blijf houden. (Eventueel opnieuw toetsen aan het einde van het volgende schooljaar)

A= Het doel is acceptabel omdat het niet alleen voor mij nuttig is, maar ook voor anderen en cliënten waar ik later mee moet samenwerken.

R= Het doel is realistisch omdat het een haalbaar doel is, het vraagt geen onmogelijke dingen van mij.

T= Het doel is binnen een bepaalde tijd te bereiken en voorzien van een deadline: halverwege volgend schooljaar (2016-2017).

 

Hoe ga ik aan dit doel werken?

Ik ga aan dit doel werken door eerder te beginnen met opdrachten en door een duidelijke agenda bij te houden. Door eerder te beginnen aan opdrachten hoop ik op tijd de opdrachten klaar te hebben en ze dus optijd te kunnen aanleveren. Door een agenda te kopen die ik dan gestructureerd bij houd, hoop ik afspraken niet te vergeten. 

​

​

Leerdoel 3: Na het eerste kwartiel van het komende schooljaar 2016-2017 ben ik beter in het luisteren naar anderen, zonder hun verhalen te onderbreken of zelf in proberen te vullen.

S= Het leerdoel omschrijft een concrete gedraging en is daarom specifiek.

M= Het doel is behaald wanneer ik na het eerste kwartiel van het volgende schooljaar mensen hun verhaal uit laat vertellen zonder ze te onderbreken.

A= Het doel is acceptabel omdat het niet alleen voor mij nuttig is, maar ook voor anderen en cliënten waar ik later mee moet samenwerken.

R= Het doel is realistisch omdat het een haalbaar doel is, het vraagt geen onmogelijke dingen van mij.

T= Het doel is binnen een bepaalde tijd te bereiken en voorzien van een deadline: tot het 2e kwartiel van het volgend schooljaar (2016-2017).

​

Hoe ga ik aan dit doel werken?

Ik kan hier in de zomervakantie al mooi aan werken omdat ik 2 weken op vakantie ga met mijn vriendje. Ik kan dus mooi oefenen met gewoon naar zijn verhalen luisteren zonder te onderbreken. Ook hoop ik dit het eerste kwartiel te kunnen oefenen op klasgenoten. Ik denk dat ik na het eerste kwartiel van het komende schooljaar mij al heb aangepast. 

Criterium 3

‘De student evalueert de eigen competentie-ontwikkeling(ontwikkeling van je kunnen) en vormt daaruit nieuwe leerdoelen voor de professionele ontwikkeling en loopbaansturing.’

​

​

Om te kijken hoe ik ben ontwikkeld qua competenties heb ik verschillende dingen vergeleken uit de eerste twee periodes en de laatste twee periodes. Zo heb ik bijvoorbeeld mijn HBO competentielijst van periode 1 en 2 vergeleken met mijn HBO competentielijst van periode 3 en 4. Ook bespreek ik mijn competenties betreft het correct Nederlands schrijven. Als laatste kijk ik naar mijn vorige portfolio en de leerdoelen die ik daarin heb opgesteld. Verder heb ik in criterium 1 en 2 van dit portfolio ook verschillende competentieontwikkelingen beschreven.

​

​

HBO Competentielijst

Zoals verteld heb ik de twee HBO competentielijsten die ik heb ingevuld met elkaar vergeleken. Ik heb geen enorme ontwikkelingen doorgemaakt, maar toch ben ik op veel gebieden wel verbeterd.

              Gekeken naar mijn analytische vermogen ben ik vooral beter geworden in het leggen van verbanden tussen theorie en praktijk. Dit komt vooral omdat ik nog niet veel praktijk ervaring had in de eerste 2 periodes. In de 3e en 4e periode ben ik wel veel bezig geweest in de praktijk en ik herkende toen meerdere dingen uit de theorie terug. Neem bijvoorbeeld de cultuurverschillen in opvoedstijlen die ik heb geleerd bij het vak pedagogiek. Bij mijn stage bij IOK de Globe heb ik een klas van bijna allemaal Syrische kinderen. Je merkt heel goed dat zij over het algemeen veel meer ‘vertroetelend’ op worden gevoed dan Nederlandse kinderen. Je kunt zien dat de kinderen veel warmte, liefde en aandacht krijgen van hun ouders. Hierdoor zijn de kinderen op school soms wat verwend, omdat ze verwachten dat ze op school ook zo vertroeteld worden behandeld. 

Ik vind het erg leuk om te zien dat dingen die ik leer op school in de praktijk terugkomen. Dit motiveert mij ook om op te komen dagen bij hoorcolleges.

              Gekeken naar mijn probleemoplossend vermogen ben ik wel meer doorontwikkeld. Ik ben qua dingen beslissen erg vooruit gegaan. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het erkennen van eigen fouten, ben ik echt verandert. Eerst was ik geneigd om mijn eigen fouten te ontkennen en ze af te schuiven op andere dingen/mensen. Ik ben in periode 3 en 4 tot de conclusie gekomen dat ik zo mijn eigen ontwikkeling ook belemmer. Daarom heb ik besloten meer mijn eigen fouten te accepteren en in plaats van ze weg te stoppen, te kijken hoe ik het anders kon aanpakken.

Ook ben ik veel creatiever en initiatiefrijker geworden qua het uitwerken van opdrachten. Ik denk meer door over verschillende opties en ik neem ook meer de tijd voor een opdracht en de probleemanalyse daarvan. In de eerste 2 periodes had ik het liefst een opdracht zo snel mogelijk af en daardoor ben ik soms wel wat diepgang in bepaalde onderwerpen misgelopen. Ook vind ik het maken van een echte planning soms nog wel lastig. Ik sla liever dingen op in mijn hoofd of schrijf op een blaadje wat ik moet doen, zonder een vaste deadline datum er bij te hebben.

Qua cliëntgerichtheid heb ik me ook erg kunnen ontwikkelen. Dit ook weer omdat ik de eerste 2 periodes nog niet veel ervaring had opgedaan in de praktijk. Ik heb geen moeite met de cliëntgerichtheid en de meeste punten gaan gewoon vanzelf. Ik hoef bijvoorbeeld niet moeite te doen om begrip te tonen voor de belangen van de kinderen en je vraagt na het helpen standaard of ze het nu wel snappen. Wel heb ik het gevoel dat het bij deze stage wel wat makkelijker is dan bij stages met volwassene cliënten. Kinderen verander je namelijk makkelijker van mening dan volwassenen. Helaas kan ik niet helemaal uit ervaring spreken, maar ik hoop dit volgend jaar wel te kunnen beoordelen.

              Gekeken naar mijn coöperatief vermogen ben ik erg vooruit gegaan. Dit komt vooral door de reflecties op mijn samenwerkingsverbanden die ik voor portfolio 1 heb gemaakt. Ik heb hier namelijk heel diep op gereflecteerd en heb ook 10 punten gekregen bij dit criterium. In de reflecties heb ik het vooral gehad over dat ik graag alleen werk en graag de leiding neem. Ook wou ik dingen altijd zo snel mogelijk afhandelen. Hierin ben ik erg verandert. Ik neem veel meer de tijd voor goed overleg tijdens het samenwerken. Ook neem ik niet meer alleen de leiding, waardoor ik anderen de ruimte geef om hun mening in te brengen. Ook merk ik dat ik meer op het werk van anderen ben gaan vertrouwen. Ik denk dat dit ook deels komt omdat ik veel met dezelfde mensen heb samengewerkt waarvan ik onderhand wel weet of ze goed werk leveren. Het is dus nog even kijken hoe het volgend jaar gaat wanneer ik weer met nieuwe mensen moet samen werken, maar over het algemeen zal het dus beter verlopen dan de eerste 2 perioden van studiejaar 1.

              Gekeken naar mijn communicatief vermogen, heb ik erg veel ontwikkeld op het gebied van luisteren. Zoals verteld had ik in periode 1 en 2 bijna nooit zin in samenwerken. Ik vond het allemaal maar langdradig en had allang mijn eigen plannetje uitgestippeld. Hierdoor luisterde ik nooit zo goed naar groepsgenoten en merkte je ook aan mijn lichaamstaal dat ik geen interesse toonde. Ik dacht wel vaker ‘het zal wel’ en ik maakte dingen gewoon zoals ik het zelf in gedachte had. Het werk wat ik leverde was altijd wel gewoon netjes en inhoudelijk ook goed, maar de samenwerking die er aan vooraf was gegaan was erg onprofessioneel. Ik merkte de laatste periode dat ik het steeds prettiger vond om naar de inbreng van anderen te luisteren en hun ideeën aan te horen. Ik stelde me ook nieuwsgieriger op waardoor ik precies snapte wat groepsgenoten in gedachte hadden rondom een bepaalde opdracht. De samenwerkingsverbanden bevielen me deze periodes dus veel beter, omdat ik merkte dat ik het wel leuk vond om zo samen te werken.

Waar ik wel mee moet oppassen qua communicatief vermogen, is dat ik mensen goed laat uitpraten. Hier loop ik in het dagelijks leven tegenaan, maar ook tijdens gespreksvoering. Ik probeer vaker dingen in te vullen voor mensen waardoor je er door heen praat. Hiermee geef ik de ander niet de kans om zijn of haar verhaal te doen. Met het vak communicatie heb ik van de lerares als feedback meegekregen dat ik de cliënt goed de tijd moet geven om zijn/haar verhaal te doen. Hierdoor haal je ook meer verhaal uit de cliënt.  

Ook hoor ik wel vaker van mijn vriendje dat ik hem moet laten uitpraten. Ik merk ook dat hij zich hier wel vaker aan irriteert. Ik wil natuurlijk niet dat cliënten (en ook andere mensen) zich aan mij gaan irriteren omdat ik dingen voor ze invul of door ze heen praat. Dit is dus nog wel iets waar ik aan moet werken.

              Verder ben ik qua sturend vermogen meer ontwikkeld op het gebied van initiatief nemen. Ik vraag vaker om feedback uit mezelf, onderneem meer actie tijdens gezamenlijke opdrachten en reflecteer ik vaker op mijn eigen gedrag.

 

​

Hogeschooltaaltoets

We hebben in periode 2 een Hogeschooltaaltoets gehad waarvoor ik te laat was met inschrijven. Ik heb met mijn SLB’er besproken om poging 2 af te wachten en wanneer ik die niet zou halen nog een kans aan te vragen bij de examencommissie. Omdat ik hem graag in één keer wou halen heb ik hard geoefend voor de toets. Uiteindelijk heb ik de toets net niet gehaald met 1 foutje te veel bij werkwoordspelling. Ik baalde hier heel erg van omdat ik weet dat ik het wel kan. Ik had erg veel geoefend op werkwoordspelling en bij oefentoetsen had ik elke keer wel boven de 80% goed. Ik heb nog geprobeerd een derde herkansing aan te vragen, maar de examencommissie gaf aan dat zij niet over de regeling van de Hogeschooltaaltoets gingen en dat ik dus moest afwachten wat voor een beslissing uit de vergadering tussen de docenten en het management kwam. Uiteindelijk is er uit gekomen dat het behalen van de Hogeschooltaaltoets geen voorwaardelijk criterium meer is voor portfolio deel 2.              

              Wanneer ik hem zou kunnen herkansen ga ik nog veel oefenen op werkwoordspelling. Ook ga ik via ander sites oefenen dan alleen via Hogeschooltaal, omdat je vaker dezelfde opgaven krijgt bij Hogeschooltaal. Graag hoop ik dus meer verschillende zinnen te oefenen zodat ik goed voorbereid ben op de toets.

              Verder had ik bij algemeen taalgebruik met 70% behaald. Dit is niet erg omdat ik bij de algemene spelling en de zinsstructuur wel hoger had gescoord. Toch zou ik hier ook voor willen oefenen omdat ik hierdoor professioneler over kom tijdens gesprekken.

 

© 2016 by E, Social Work student at Saxion Enschede
 

bottom of page