top of page

Criterium 3

'De student geeft zicht op zijn  professionele ontwikkeling in samenwerkingsverbanden. ' 

​

Om inzicht te kunnen geven op mijn professionele ontwikkeling als het gaat om samenwerkingsverbanden, reflecteer ik op de verschillende samenwerkingen die op stage hebben plaatsgevonden en de samenwerking met klasgenoten. Voordat ik dit doe bespreek ik eerst welke teamrollen er zijn en welke gedragingen zich voordoen in een samenwerkingsverband.

 

 

Belbin en Roos van Leary

Eerst ga ik wat meer uitleggen over de verschillende rolverdelingen binnen een samenwerkingsverband. In mijn portfolio leerjaar 1 heb ik onderzocht wat voor een teamrol ik voornamelijk aanneem. Hiervoor heb ik de Belbin test ingevuld. De Belbintest peilt wat voor een teamrol ik aanneem in samenwerkingsverbanden door naar mijn eigenschappen en vaardigheden te kijken (Langeveld, z.j.).Uit deze test kwam naar voren dat ik een Vormer ben. Een Vormer is zeer gedreven en ook energiek. Ook gaat de vormer vlot te werk en is impulsief en extravert. Ook weet een vormer mensen te motiveren binnen de groep door de groepsgenoten uit te dagen. Naast deze teamrol zijn er ook nog 8 andere teamrollen die je terug zou kunnen zien komen in dit criterium:

- De voorzitter --> coördinator van het team, leidt procedure, verheldert

- De zorgdrager --> ziet wat fout gaat of kan gaan, detailgericht, perfectionistisch

- De groepswerker --> gevoelig, behulpzaam, sfeer creëren

- De specialist --> stil, specialist op bepaald gebied

- De monitor --> verstandig, bedachtzaam en kritisch

- De plant --> creatieve denker, introvert, origineel, fantasie

- De brononderzoeker --> vrolijk, extravert, enthousiast, contact gericht

- De bedrijfsman --> praktisch persoon, organisatorisch, ordelijk, taakgericht

(Langeveld, z.j.)

 

Naast verschillende teamrollen zijn er ook verschillende gedrag soorten die voorkomen een samenwerkingsverband Volgens de Roos van Leary test zijn er 8 verschillende soorten gedragingen die in groepsverband kunnen voorkomen (van den, Belt,  2012):

- Leidend gedrag --> neemt leiding over het team

- Helpend gedrag --> naast samenwerking ook gericht op band tussen team

- Meewerkend gedrag --> doet vooral wat anderen willen

- Afhankelijk gedrag --> heeft veel hulp van anderen nodig

- Teruggetrokken gedrag --> treed erg op de achtergrond

- Opstandig gedrag --> boeit het niet wat anderen denken

- Offensief gedrag --> zeer dominant, totaal niet gericht op band

- Concurrerend gedrag --> wil laten zien hoe goed hij/zij is

Sommige van deze gedragingen bespreek ik in mijn reflectie.

 

​

Samenwerking op stage

Op stage heb ik met veel verschillende mensen samen moeten werken. Om het overzichtelijk te houden loop ik stap voor stap door met wie de samenwerking plaatsvond, hoe ik hierin heb opgetreden en hoe dit verliep.

 

Tijdens mijn stage bij Aksept heb ik moeten samenwerken met mijn stagebegeleider. Mijn stagebegeleider heeft een zeer pittig karakter. Ze zegt zonder pardon alles wat ze denkt zonder enige nuance. Ze heeft een sterke mening die moeilijk te veranderen is, en praat makkelijk. In onze samenwerking heb ik, ondanks dat ze altijd vriendelijk tegen mij deed, wel vaker moeite gehad met hoe pittig haar karakter is. Normaal ben ik ook wel een beetje pittig van karakter, maar in onze samenwerking heb ik vooral meewerkend gedrag vertoond. Ik heb wel eens vaker met andere leidende types samengewerkt, maar Debbie overrompelde me gewoon echt. Ondanks dat is ze altijd heel aardig tegen mij geweest. Alles wat ze dacht besprak ze met mij, en ze vroeg ook altijd om mijn visie. Het leidende gedrag dat normaal bij mij naar voren komt was nergens te vinden in de samenwerking met Debbie. Ik vind het niet erg dat ik wat minder leidend gedrag kon vertonen. Wat ik wel lastig vond is dat ze door haar dominantie echt over de deelnemers heen walste. In het teamoverleg met alle stagiaires is dit ook ter sprake gekomen, en toen is gezegd dat hier wat aan zou worden gedaan. Ik durfde er zelf niks van te zeggen, omdat ik bang was dat onze samenwerking dan niet meer zo soepel zou verlopen. Qua teamrol nam ik vooral de bedrijfsman of plant rol aan. Ik heb me vooral bezig gehouden met dingen verzinnen om de begeleiding te verbeteren, nadenken over wat deelnemers allemaal konden gaan doen, zorgen dat iedereen ergens mee bezig is d.m.v. een takenlijst maken, rustig kijken hoe het gaat en bijsturen waar dat nodig is. Debbie vond het fijn dat ik zo organisatorisch ben, en vond de samenwerking daarom ook zeer prettig.  

                     Voor de start van mijn stage heb ik gevraagd wat Aksept van mij verwacht. Aan het eind van de stage heb ik Debbie om een beoordeling gevraagd of deze verwachtingen ook daadwerkelijk zijn uitgekomen. Twee van deze verwachtingen hebben betrekking tot het onderwerp samenwerking:

Verwachting 3: Eva’s omgang met collega’s is professioneel en ze overlegt en werk goed samen met haar collega’s.  (denk hierbij aan gemeente ook qua professioneel gebied, mailtjes nasturen ter bevestiging etc.)

- Deze verwachting is: uitgekomen/deels uitgekomen/niet uitgekomen.

- Nadere uitleg: Eva overlegt altijd eerst voordat ze zomaar actie onderneemt. Ook spreekt ze collega's aan op gedrag. Dit doet ze op een nette en eerlijke manier. 

Verwachting 5: Eva gaat correct met deelnemers om, spreekt ze aan, houdt rekeningen met symptomen van bepaalde ziektes/stoornissen en weet te handelen in bepaalde situaties die voor komen bij bepaalde doelgroepen (bijv. woede uitbarstingen).

- Deze verwachting is: uitgekomen/deels uitgekomen/niet uitgekomen.

- Nadere uitleg: Eva heeft tijdens de gehele begeleiding rekening gehouden met de stoornissen van de deelnemers. Ze heeft nooit problemen gehad met deelnemers en was juist goed in samenwerken met ze. Door af en toe een keer een grapje te maken hield ze het gezellig en wanneer het nodig was stuurde ze wat harder aan.

Ik ben blij dat Debbie mijn manier van samenwerken met mensen netjes vond. Ik gebruik inderdaad veel humor om het samenwerken ook leuk te houden. Ik kan een goede afweging maken tussen wanneer ik humor kan gebruiken en waneer het gepaster is om mij zakelijk op te stellen. 

​

 Tijdens mijn stage heb ik ook samen moeten werken met andere HBO stagiaires, drie om precies te zijn. Eén van die stagiaires was nogal weg van zichzelf en had concurrerend gedrag, maar tegelijkertijd ook samenwerkend gedrag. Dit resulteert dus in een spontaan persoon die heel veel opschept over zichzelf. Als iets een allergie is van mij, dan zijn het mensen die opscheppen. Helaas moest ik de kantoor gerelateerde dingen van haar leren, dus ik vertoonde voornamelijk meewerkend gedrag. Na een tijd kwam ik er achter dat ze heel veel fouten maakte in de begeleiding van de deelnemers. Op een gegeven moment werd er zo veel geklaagd, dat ik toch maar mijn leidende gedrag naar voren heb  laten komen. Ik heb haar toen aangesproken op de dingen die ik te horen kreeg van de deelnemers en de dingen die ik zelf had waargenomen. Ik ben toen de rollen van zorgdrager en bedrijfsman gaan aannemen. Elke week heb ik haar moeten aanspreken op fouten, maar dit heb ik op een nette en vriendelijke manier gedaan. Je zag toen ook haar concurrerend en helpend gedrag veranderen naar meewerkend en afhankelijk gedrag. Ik vond deze samenwerking zeer lastig, omdat zij mij als vriendin zag, maar ik haar niet. Wat ik professioneel vind van mezelf is dat ik ondanks de grote allergie en fouten, altijd netjes en vriendelijk ben gebleven. Normaal laat ik onbewust doorschijnen dat ik me irriteer aan iemand, maar dit heb ik blijkbaar in kunnen houden. Als ik langer met haar samen had gewerkt, dan had ik op een gegeven moment wel echt mijn irritatie met haar besproken.

Ondanks mijn band met deze stagiaire heb ik alsnog om feedback gevraagd omdat ze mij ook deels heeft begeleidt op kantoor:

​

 

 

​

​

​

​

​

​

​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

​

​

Ondanks dat de samenwerking voor mijn gevoel niet optimaal was, ben ik blij dat zij het wel een prettig samenwerkingsverband vond. Ik vind het mooi hoe ze een valkuil benoemd. Ik had zelf nog niet zo zeer aan deze valkuil gedacht, maar als ik nadenk over hoe graag ik het beste wil voor mijn cliënten ben ik inderdaad ver gegaan. Dit vind ik ook het mooie aan feedback: door feedback realiseer je dingen waar je zelf niet zo snel aan gedacht had. Ook het leerpunt die ze mij meegeeft is mooi. Ik wil hier zelf ook wel graag aan werken, maar ik weet niet in hoeverre mij dit gaat lukken vanwege ADD. Ik wil graag opzoek gaan naar manieren om ondanks mijn ADD alsnog dingen te verbeteren die hierdoor belemmert worden. 

​

​

Met de andere stagiaires verliep de samenwerking soepel. In deze samenwerking had ik vooral helpend gedrag. De rollen die ik aannam waren de plant en de bedrijfsman. Dit omdat ik vaak met ideeën kwam en de organisatorische dingen regelde als taakverdeling voor deelnemers en de planning. De andere 2 stagiaires waren een monitor en een voorzitter. Ik kan prima met deze 2 rollen samenwerken, omdat bij alle 3 de rollen (de mijne en die van de 2 andere stagiaires) orde en focus op belangrijke dingen voorop staat.

 

Ik heb bij Aksept ook moeten samen gewerkt met het UWV en verschillende gemeenten. Dit is een formeel samenwerkingsverband waarin ik vooral de zorgdragende rol op me nam. Dit omdat ik alle ontwikkelingen en problemen rondom mijn deelnemers moest doorspelen aan het UWV of één van de gemeenten. In de rapportages die ik voor hun heb geschreven ben ik erg bezig geweest met alle details en struikelpunten in de ontwikkeling van de deelnemer om wie het ging. Ik deed vaak wat langer over het maken van de rapportage, omdat ik er perfectionistisch te werk ging. Het UWV en de gemeenten zijn de baas, dus alles moest netjes en formeel zijn. Door deze rol aan te nemen maak ik het voor het UWV en de gemeenten overzichtelijk. Het aparte is dat zowel het UWV als de verschillende gemeenten zelf vrij onprofessioneel zijn in hun handelen. Vaak was gemeente Enschede totaal niet op de hoogt van de ontwikkeling van hun cliënten, terwijl ze wel elke keer de rapportages toegestuurd krijgen. Ook wanneer je een mail stuurt naar bepaalde contactpersonen van de gemeente Enschede, duurde het soms wel weken voordat je antwoord kreeg. Een voorbeeld hiervan is dat ik moest vragen aan een contactpersoon van de gemeente of deelnemer A wel zijn vakantie had gemeld bij de gemeente. Het ging hier om een weekje vakantie. Pas na 3 weken kreeg ik antwoord terug met de vraag waar hij dan naar toe was, en voor hoelang. Onderhand was deelnemer A allang weer terug. Als we eerder geweten hadden dat hij nog geen toestemming had gevraagd, dan had deelnemer A eigenlijk niet op vakantie mogen gaan. Ik had niet verwacht dat sommige gemeenten zo slordig en onprofessioneel zijn. Ook het UWV laat een paar steekjes vallen als het gaat om gemaakte afspraken.

Wat ik wel fijn vond, is dat ik door deze samenwerking wel professioneler ben geworden qua mailen en overleggen en plannen. Omdat je met deze professionals werkt, voel je de druk om zo professioneel mogelijk te handelen. Ik vond het zakelijke aan dit samenwerkingsverband heel prettig, omdat ik ook meer van het zakelijk ben. Door dit samenwerkingsverband heb ik dat zakelijk ook echt daadwerkelijk kunnen toepassen en heb ik me verder kunnen ontwikkelen in de samenwerking tussen verschillende systemen en professionals.

In leerjaar 3 loop ik stage bij vluchtelingenwerk. Hierbij moet ik ook samen werken met gemeente Goor. Ik hoop dat deze samenwerking wat soepeler verloopt dan de samenwerkingen met andere gemeenten.

 

Tijdens de stage heb ik ook een uitzonderlijk moment gehad waarbij ik met allemaal professionals bij één ben gekomen om te praten over de toekomst van een deelnemer. Hierbij werden ernstige zaken besproken, waarbij ik ook deel uitmaakte van het gesprek. Dit voelde wel heel apart, aangezien ik dit nog nooit eerder heb mee gemaakt. Ook was het erg apart dat wanneer ik wat zei, dat ze dan ook allemaal echt naar mij luisterden. Hierdoor voelde ik me een echte professional. Hiervan heb ik vooral geleerd dat ik niet zo onzeker moet zijn over mijn kennen en kunnen, want ze waren geïnteresseerd in mijn input en stemden ook met dingen in. Dit heeft mijnzelfverzekerdheid zeker geboost.

 

De samenwerking met de deelnemers verliep goed. In het begin liet ik vooral helpend gedrag zien en nam ik de rol aan van een groepswerker. Dit was vooral omdat ik eerst een beetje in de smaak wilde vallen bij de deelnemers. Ook was ik in het begin nog vrij onzeker over het begeleiding van volwassen mensen. Toen ik wat losser kwam en al wat langer met ze samen werkte, nam ik steeds meer de rol van bedrijfsman in. Debbie stond nog altijd ver boven mij, dus de rol van voorzitter wilde ik niet innemen. Ik richtte me dus vooral op of de uitvoer van de gemaakte taken wel verliep zoals het hoorde. Hier en daar stuurde ik wat deelnemers aan, maar niet op het niveau van een voorzitter. Als ik kijk naar wat voor een soort gedrag ik vertoonde in deze fase, dan is dat nog steeds helpend gedrag. Toen ik echt al een maand of 3 stage liep bij Aksept, en Debbie mij steeds meer de leiding gaf, neigde ik steeds meer naar de rol van een voorzitter. Toen Debbie uiteindelijk op vakantie ging voor 1 week, ben ik echt in de rol van een voorzitter gestapt. Debbie heeft mij toen aangewezen als hoofdverantwoordelijke voor al haar taken. De deelnemers waren toen al zo aan mij gewend dat ze dit ook wel accepteerden. Naast leidend gedrag toonde ik ook nog steeds het helpend gedrag. Toen Debbie weer terug kwam ben ik weer terug gegaan naar de rol van bedrijfsman maar mijn leidend en helpend gedrag zijn hetzelfde gebleven. Debbie is vlak daarna weer 3 weken weg geweest. In deze 3 weken heeft er 1 negatief moment plaatsgevonden met deelnemer R. Dit moment heb ik in criterium 2 van portfolio 2 uitgelegd. Op dat moment nam ik vooral de rol van een monitor aan. Ik dacht rustig na over hoe ik moest reageren, heb met mijn verstand gehandeld en daarna kritisch naar mij eigen handelen gekeken en naar die van deelnemer R. Ik heb in deze situatie bewust niet offensief gedrag vertoond, terwijl ik dit in het dagelijks leven waarschijnlijk wel had gedaan als iemand zo tegen mij deed. Met de andere deelnemers is de samenwerking prima verlopen.

Ik heb aan het einde van mijn stage nog gevraagd of de deelnemers een klein stukje wilden schrijven over mijn begeleiding. Helaas is de feedback niet echt iets waar ik veel mee kan, maar ik ben blij dat ze tevreden waren:

​

Deelnemer R:

Ik vind dat je goed een leidende rol op je neemt en je stuurt de deelnemers goed aan. In het begin was je nog wat terughoudend, maar je bent op een goede manier veranderd.

 

Deelnemer C:

Je bent een super gezellige meid. Je begeleiding is gestructureerd, wat het voor de deelnemers fijn maakt. We gaan je missen!

 

​

Mijn bijdrage

Naast de samenwerking met professionals en stagiaires en collega’s, heb ik ook een bijdrage geleverd aan de organisatie zelf. Deze bijdrage gaat toevallig ook over samenwerking. Binnen Aksept loop veel communicatie langs elkaar heen waardoor het niet alleen onoverzichtelijk is voor de organisatie zelf, maar ook voor stagiaires die daar praktijkervaring op willen doen. Ik heb in een gesprek met één van de hoofdpersonen van Aksept dit als feedback meegegeven. Normaal ben ik niet echt een persoon die dit soort dingen zegt, dus ik heb hier heel veel moed voor verzameld. Uiteindelijk reageerde ze heel positief en ze was blij dat ik mijn mening met hem deelde. We hebben het zelfs nog even gehad over mogelijkheden om de communicatie te verbeteren. Ik weet niet of er daadwerkelijk wat wordt gedaan met deze feedback, maar ik hoop dat ze dit aan het denken heeft gezet.

 

​

Samenwerking klasgenoten

Ik heb in leerjaar 2 vrij weinig samen gewerkt met klasgenoten. Het was voornamelijk een paar keer in de klas samenwerken om een kleine opdracht. Het enige project waarbij ik 1,5 perioden lang samen heb gewerkt met een groepje, was met het literatuuronderzoek. Deze samenwerking vond ik echt niet prettig. Dit was niet om de personen waar mee ik samen werkte, dit waren namelijk Jet en Eline, maar omdat je een klein deel samen moest maken en daarna het complete onderzoek alleen moest doen. Uiteindelijk heb ik ook een groot deel van het samen gemaakte deel moeten aanpassen omdat dit niet op het hoofd deel van het onderzoek aansloot zoals ik wilde. Uiteindelijk is het ook niet zo dat mijn cijfer het tegendeel heeft bewezen, want voor mijn eindresultaat had ik uiteindelijk een 8 als cijfer. Ondanks dit verliep de samenwerking prima. Iedereen hield zich aan de afspraken en onenigheid is meteen netjes uitgepraat.

Als ik kijk naar welke rol ik in dit samenwerkingsverband heb ingenomen, dan is dat de bedrijfsman en zorgdrager rol. Ik nam deze rollen vooral in omdat Jet en Eline ook vaak een voorzittersrol innemen, en ik wilde dat met al die leiders de samenwerking gewoon zo ordelijk en taakgericht mogelijk verliep. Ook controleer ik graag de kwaliteit van het werk dat wordt gemaakt, al helemaal omdat we alle 3 een compleet andere werkwijze hebben. Door afstand te nemen van mijn voorzittersrol heb ik ook het gevoel dat de samenwerking nog soepeler is verlopen.

 

​

​

De uiteindelijke ontwikkeling die ik in elk samenwerkingsverband vooral zie is dat ik niet perse meer leidinggevend/concurrerend gedrag heb. Ook neem ik veel minder de voorzittersrol aan, en daar heb ik ook vrede mee. Als ik dit zo analyseer dan zie ik dat ik mijn een mooie ontwikkeling heb doorgemaakt de afgelopen 2 jaar. Ik ben van iemand die altijd haar gelijk moet hebben en de leider wil zijn, veranderd naar iemand die vooral op kwaliteit en structuur is gericht. Ik vind dit zelf een mooie ontwikkeling omdat het laat zien dat ik professioneler samen kan werken. 

 

 

© 2016 by E, Social Work student at Saxion Enschede
 

bottom of page